Met de grondwetsherziening van 1970 werd de Belgische Staat voor het eerst grondig hervormd. Sindsdien is de institutionele structuur van ons land in een permanente staat van ontwikkeling. Ook na de zesde staatshervorming is het werk niet af.
Daarbij werd in toenemende mate een beroep gedaan op een fascinerende juridische techniek. Die techniek heeft gefaciliteerd, maar ook gebetonneerd; ze heeft deuren geopend, maar ook gesloten. Officieus kennen we deze techniek als ‘de bijzondere wet’. Vijftig jaar na de introductie ervan en veertig jaar na de afkondiging van de Bijzondere Wet op de Hervorming van de Instellingen (BWHI) wijdt de onderzoeksgroep ConstitUGent zijn eerste gezamenlijke publicatie aan dit opmerkelijke fenomeen.
Hoe moeten we de figuur van de bijzondere wet begrijpen? Welke bevoegdheidsverdelende technieken vinden we terug in de BWHI? Welke gevolgen heeft de verankering van aangelegenheden in de Bijzondere Financieringswet gehad? En welke uitdagingen gaan gepaard met de rechterlijke toetsing van een bijzondere wet?
Op deze en andere vragen wordt in dit werk ingegaan. Met bijdragen van Pieter Cannoot, Dylan Couck, Sien Devriendt, Luc Lavrysen, Benjamin Meeusen, Joséphine Rebecca Moerman, Toon Moonen, Tobias Mortier, Jonas Riemslagh, Bruno Seutin, Jan Theunis, Johan Vande Lanotte en Jürgen Vanpraet.