De aanpasbaarheid van de bedongen arbeid is al jarenlang een veelbesproken onderwerp. De aandacht ervoor is terecht. Zowat alle werkgevers en werknemers krijgen er vroeg of laat mee te maken. Advocaten en andere juridische raadgevers moeten erover adviseren of beslissen. De rechter trekt de krijtlijnen. Helaas leidt de omvang van de rechtspraak en rechtsleer, niet noodzakelijk tot duidelijkheid. De aanpasbaarheid van de bedongen arbeid, en bij uitbreiding de variabiliteit in arbeidsverhoudingen, scoort hoog in de lijst van juridische items die veel inkt doen vloeien, maar waarover minstens evenveel verwarring bestaat.
Ilse Van Puyvelde loodst de lezer langs vrijwel alle knelpunten. Dit gebeurt steevast met een grondige analyse van zowel het arbeids- als het gemeen verbintenissenrecht. Daarnaast bespreekt ze evenzeer uitvoerig burgerrechtelijke begrippen zoals de bindende kracht van de overeenkomst en de goede trouw.
Ze behandelt onder andere:
Ook bespreekt ze de actiemiddelen tegen ongeoorloofde wijzigingen, gaande van het impliciet ontslag, over het kort geding en artikel 19, tweede lid Ger.W. tot de gerechtelijke en buitengerechtelijke ontbinding.