Britt Weyts analyseert de impact van de hervorming van het verbintenissenrecht op de precontractuele fase. Daarnaast bekijkt zij wat de invloed van de nieuwe regels op de totstandkoming van overeenkomsten is. Ten slotte wordt nagegaan in hoeverre het nieuwe verbintenissenrecht toepasselijk is op bestaande overeenkomsten, en of de rechter de mogelijkheid heeft deze terzijde te schuiven.Ignace Claeys gaat op zijn beurt systematisch na in welke mate de hervorming van het verbintenissenrecht een impact heeft op de regels betreffende de verschillende wijzen van beëindiging van contracten en de daaruit voortvloeiende verbintenissen. Bijzondere aandacht gaat naar de nietigverklaring, de ontbinding wegens wanprestatie, de uitdoving wegens overmacht en de risicoleer, de imprevisieleer, de opzegging, de ontbindende voorwaarde en de uitdovende termijn, alsook het verval.Ten slotte bespreekt Reinhard Steennot de nieuwe regelgeving over onrechtmatige bedingen in overeenkomsten tussen ondernemingen (in werking sinds 1 december 2020). Deze regelgeving bevat o.a. een zwarte lijst met verboden bedingen, een grijze lijst met bedingen die (weerlegbaar) vermoed worden onrechtmatig te zijn, alsook een algemene toetsingsnorm die bedingen die een kennelijk onevenwicht tussen de rechten en plichten van de partijen creëren verbiedt. Ook de nieuwe bepalingen inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen komen aan bod.Britt Weyts is gewoon hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en advocaat bij de balie Provincie Antwerpen. Ignace Claeys is hoogleraar aan de Universiteit Gent en is advocaat bij de Nederlandstalige balie te Brussel. Reinhard Steennot is hoogleraar aan de Universiteit Gent.