Een juridisch onderzoek naar work-life balance
Het Belgische arbeidstijdenrecht is tot stand gekomen tegen de achtergrond van een heel andere maatschappelijke realiteit dan die van vandaag. Het arbeidstijdenrecht werd grotendeels in het begin van de 20ste eeuw uitgebouwd en gecoördineerd en verankerd in de jaren 1960 en 1970. Tal van maatschappelijke evoluties vormen vandaag echter nieuwe uitdagingen voor dit arbeidstijdenrecht, terwijl het arbeidstijdenrecht zelf slechts aanpassingen in de marge onderging.
Maar hoe zit het met onze work-life balance? Met andere woorden: hoe zit het met het evenwicht tussen het werk en het persoonlijke leven van de individuele werknemer? De vraag is afkomstig van zowel vakbonden, werknemers als werkgevers en vindt weerklank in het nationale en Europese discours van beleidsmakers.
Het traditionele arbeidstijdenrecht heeft echter geen aandacht voor work-life balance. Dit boek gaat na of het Belgische arbeidstijdenrecht kan worden aangepast opdat het bijdraagt aan de realisatie van WLB en, zo nodig, welke aanbevelingen daartoe kunnen worden geformuleerd.
Deze publicatie is gebaseerd op het proefschrift dat Sarah De Groof in december 2016 verdedigde aan de KU Leuven. Het boek is niet alleen geschikt voor onderzoekers en beleidsmakers. Het is ook uitermate interessant voor praktijkjuristen omdat Sarah op een bevattelijke manier de regels rondom wekelijkse arbeidstijd, pauzes, overloon, overschrijdingen van de arbeidsduurgrenzen samenbrengt. Tot slot zullen HR-medewerkers hun gading vinden omdat concrete voorstellen worden gedaan om work-life balance inzichten te vertalen naar juridische instrumenten die ook op ondernemingsniveau kunnen worden vormgegeven.