Hoe balanceer je op het evenwicht tussen de vrijheid als burger en het algemeen belang voor de maatschappij? De persoonlijke bewegingsvrijheid is een grondwettelijk gewaarborgd recht dat niet absoluut is en waarop dus beperkingen mogelijk zijn, bijvoorbeeld om de openbare orde te vrijwaren. Liesbeth Todts maakte een alomvattend kader op de snijlijnen van het bestuursrecht, het strafrecht en de grondrechten.
Deze publicatie analyseert en concretiseert de diverse grond- en procedurele voorwaarden waaraan bestuurlijke en strafrechtelijke beperkingen op de bewegingsvrijheid ter handhaving van de openbare orde moeten voldoen, om toelaatbare beperkingen te zijn op het recht op bewegingsvrijheid. De auteur heeft een toetsingskader uitgewerkt waaraan alle betrokkenen (de wetgever, de besturen, de rechters maar vooral ook de rechtzoekenden zelf) een voorgenomen of genomen maatregel kunnen toetsen om te oordelen of deze maatregel de wettigheidstoets doorstaat.
Dit boek is de handelseditie van het doctoraal proefschrift dat op 10 juni 2020 door Liesbeth Todts werd verdedigd aan de Universiteit Antwerpen. Liesbeth heeft hiermee een opmerkelijk toetsingskader uitgewerkt waaraan beleidsmakers hun plannen tot het beperken van de persoonlijke vrijheid vooraf kunnen toetsen en rechtzoekenden en rechters de genomen beslissingen achteraf kunnen beoordelen.
Alhoewel het proefschrift werd geschreven vóór het uitbreken van de pandemie is het proefschrift ‘coronaproof’, in die zin dat ook de vrijheidsbeperkende maatregelen die naar aanleiding van de pandemie werden opgelegd hieraan kunnen worden getoetst.
>> Dit boek maakt deel uit van de reeks Administratieve Rechtsbibliotheek