Twintig jaar zijn voorbij gegaan in Vieux-Port, de haven van Marseille. Césariot, de zoon van Fanny, is een knappe en briljante jongeman geworden. Wanneer Panisse sterft, verneemt hij dat zijn biologische vader niemand minder is dan Marius, de zoon van zijn “peetvader” César, die aan hem is beschreven als een schavuit en een soort randfiguur. Helemaal overstuur en boos besluit hij hem te ontmoeten en reist naar Toulon, waar Marius zijn dromen over de zee heeft opgegeven om garagist te worden. Maar hoe zal Marius reageren als hij zijn zoon voor het eerst ziet?