Emetofobie is een vorm van angst die volgens de diagnostische criteria van de DSM V onder de specifieke fobieën valt. Het is een aanhoudende angst voor overgeven en/of anderen te zien overgeven, die overdreven of onredelijk is (American Psychiatric Association, 2013).
Het behandelprotocol bij emetofobie beschrijft een cognitieve gedragstherapeutische behandeling van 15 sessies. Volgens de ggz-richtlijnen en vanuit een verscheidenheid aan casus-beschrijvingen is cognitieve gedragstherapie in combinatie met exposure de voorkeursbehandeling van emetofobie (LSMR, 2003; Keyes, Gilpinb, & Veale, 2018; Wolitzky-Taylor, Horowitz, Powers, & Telch, 2008). Middels theorie en opdrachten in het werkboek leert de patiënt inzicht krijgen in hoe de emetofobie is ontstaan, leert hij helpend denken, met het gevoel van misselijkheid om te kunnen gaan en stap voor stap zijn angsten aan te pakken.