Traditioneel gebruikte elke vervoerder één specifieke vervoerwijze, later gingen vervoerders verschillende vervoerwijzen combineren. Een laatste evolutie is dat vervoerders vervoerwijzen gaan variëren. Afhankelijk van de omstandigheden bij de uitvoering van de overeenkomst kiezen zij in concreto de meest efficiënte vervoerwijze. Dergelijke vervoerders, integratoren, treden in toenemende mate op in het pakketvervoer en ook steeds vaker het containervervoer, met name bij hinterlandlogistics.
Deze overeenkomsten zijn vrij nieuw en vormen een uitdaging voor het vervoerrecht, waar de vervoerwijze het toepasselijke recht bepaalt. In dit werk onderzoekt Wouter Verheyen of de partijen zekerheid kunnen hebben met betrekking tot de kwalificatie van de overeenkomst en het toepasselijke aansprakelijkheidsregime wanneer zij de vervoerwijze open laten. Vermits in dit onderzoek blijkt dat dat niet het geval is, sluit Wouter Verheyen dit werk af met aanbevelingen voor de partijen, rechtsleer, rechtspraak en de wetgever.