De COVID-19-pandemie stelde de hele wereld voor fundamentele uitdagingen. Ook in ons land namen overheden drastische maatregelen om de ongeëvenaarde gezondheidscrisis te bestrijden. Daarbij rezen cruciale vragen over de overeenstemming van het overheidsoptreden met de grondwetsbepalingen die de werking van de staatsmachten beheersen, met de grondrechten en met andere rechtsstatelijke beginselen. Daarom vormt deze periode een uitgelezen kans om de stressbestendigheid van het Belgische grondwettelijke systeem te meten. Die analyse is essentieel: deze vragen zullen zich immers evenzeer stellen in andere noodsituaties, zoals oorlogen, terreuraanslagen, natuurrampen en extreme weerfenomenen.
Vanuit die insteek gaan de bijdragen in dit boek, geschreven door leden van het Leuven Centre for Public Law, na welke lessen we uit de pandemie kunnen trekken. De auteurs belichten het crisisbeleid vanuit verschillende aspecten van het grondwettelijk en publiekrecht, waaronder grondrechten en het legaliteitsbeginsel, federalisme, de lokale besturen en artikel 187 van de Grondwet. Telkens staat de vraag centraal of de Grondwet moet worden herzien opdat ze beter kan omgaan met, en bestand is tegen, toekomstige noodsituaties.