Begin 1945 staat het land aan de rand van de afgrond. De euforie van de bevrijding is volledig verdwenen. Angst en chaos regeren het land. De steenkoolsector verkeert in een ongeziene crisis. De energiebevoorrading dreigt volledig stil te vallen. Gezinnen kunnen zich nog amper verwarmen en de economische wederopbouw sputtert.De nieuwe premier Achille Van Acker werpt zich op als redder van het vaderland. Hij komt met een groots nationaal relanceplan: de Kolenslag. Ondanks een veelbelovende start mislukt hij in zijn opzet. Hij wint de Kolenslag … NIET. Wie mag zich dan wel tot overwinnaar kronen? Dat zijn zonder enige twijfel de machtige mijnpatroons. Ze herstellen snel hun vooroorlogse machtspositie via de strategie van zelfregulering en slagen erin de invloed van de staat te beperken. In plaats van modernisering haalt restauratie het in de bedrijfsvoering van de mijnen. De politieke wereld is hopeloos verdeeld en staat meestal machteloos. Structuurhervormingen blijven uit. De redding van het mijnbedrijf bestaat uit rijkelijke subsidies, een hoge steenkoolprijs en vooral duizenden goedkope arbeidskrachten. Deze mijnwerkers, die de eigenlijke “slag” moeten leveren, betalen het gelag. Het gaat zowel om Duitse krijgsgevangenen, Italianen als Displaced Persons, maar ook om Belgische mijnwerkers. Zij blijken geen ereburgers maar tweederangsburgers. Dit boek laat zich samenvatten in drie begrippen: steenkool, staat en strijd. Tegelijk komen onderliggende aspecten zoals nationalisering, krijgsgevangenen, migratie … en zelfs vrouwenstemrecht ruim aan bod. Daal mee af in de verrassende ondergrond van de Belgische steenkoolpolitiek!