Een snelle en doeltreffende behandeling van grensoverschrijdende erfopvolgingen vereist dat de erfgenamen in alle betrokken staten vlot hun erfrechtelijke aanspraken kunnen laten gelden. Daarom heeft de Europese wetgever binnen het bestek van de Erfrechtverordening een uniform erfrechtelijk bewijsinstrument ontwikkeld: de Europese erfrechtverklaring.
Het belang van de Europese erfrechtverklaring voor de rechtspraktijk is groot omdat ze de sleutel is tot een eenvoudigere en efficiëntere afwikkeling van internationale nalatenschappen. De rechtspracticus zal zijn of haar cliënt dus moeten kunnen begeleiden bij de opmaak van de Europese erfrechtverklaring en het gebruik ervan in binnen- en buitenland. Daarenboven zal de rechtspraktijk worden geconfronteerd met Europese erfrechtverklaringen opgesteld door een buitenlandse autoriteit.
In dit standaardwerk analyseert en evalueert de auteur het volledige regime van de Europese erfrechtverklaring. Zij maakt hierbij steeds de vergelijking met de nationale bewijsinstrumenten van België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Engeland en Wales en besteedt bijzondere aandacht aan twee fundamentele vraagstukken. Welke zijn de rechtsgevolgen van de Europese erfrechtverklaring, in het bijzonder op het vlak van onroerende publiciteit? Hoe verhoudt de Europese erfrechtverklaring zich tot de bestaande nationale bewijsinstrumenten? Voor beide problematieken biedt dit boek een helder, consistent en overtuigend theoretisch model.
Als het referentiewerk bij uitstek over de Europese erfrechtverklaring is dit boek onmisbaar voor academici en rechtspractici die vertrouwd willen raken met het instrument. De toevoeging van de formulieren van de Europese erfrechtverklaring en de Erfrechtverordening als bijlagen vergroot bovendien de onmiddellijke bruikbaarheid van het boek voor de rechtspraktijk.
Elise Goossens is doctor in de rechten en onderzoeker aan het Rector Roger Dillemans Instituut Familiaal Vermogensrecht (KU Leuven).