Los te lezen vervolg op de internationale bestsellers Wat het hart kan horen en De stem van het hart
De twaalfjarige Bo Bo woont met zijn oom U Ba in Kalaw, een dorpje in Birma. Hij is een heel stil, introvert en ietwat eenzaam kind. Zijn linkerwang wordt ontsierd door een lang, diep litteken en hij heeft een bijzondere gave: hij kan in de ogen van mensen zien wat ze voelen; niets blijft voor hem verborgen. Een keer per jaar komt zijn vader hem opzoeken. Zijn oom zorgt dan dat hij zelf niet thuis is. Aan zijn moeder heeft Bo Bo amper herinneringen.
Op een dag vindt Bo Bo geheime notities van zijn oom over het verleden van zijn familie. Bo Bo smeekt hem er meer over te vertellen, en stukje bij beetje onthult U Ba een verhaal over een grote liefde die bijna kapotging door de politieke onrust in het land. Het is ook een verhaal over moed, over de kunst van het vergeven, en over Bobo’s moeder, die nog in leven is en aan een mysterieuze aandoening lijdt. Bo Bo raakt ervan overtuigd dat hij de enige is die zijn moeder kan genezen en zijn familie weer kan verenigen. Hij loopt weg in de hoop zijn ouders te vinden. Maar zullen die wel blij zijn met zijn komst?
Over de boeken van Jan-Philipp Sendker:
‘Een prachtig verhaal over emotie, magie en geloof, over de vele gezichten van liefde, en over hoop.’ RT Book Review
‘Een diep ontroerende liefdesgeschiedenis. Fascinerend, fijngevoelig, en met een zweem van geheimzinnigheid.’ Bücherschau