Over het strafproces wordt vaak nagedacht in functie van een bevangenheid door snelheid, maar in de praktijk gaat het er veelal traag aan toe. Ook onze veiligheidscultuur is door en door gesteld op efficiëntie. En waarom ook niet? We willen immers dat criminaliteit kordaat en efficiënt wordt aangepakt. Echter, het is de vraag welke tijdsbeleving daarmee op de achtergrond verdwijnt en wat dat doet met mensen die met het strafrecht in aanraking komen. De nutteloze noodzaak van het recht neemt de lezer mee op een avontuurlijke reis door het denken over veiligheid, terrorisme en mensenrechten. Het is een striemende kritiek op nutsdenken en breekt een lans voor vertraging en voor de institutionele diepgang van het strafproces.