Door de jaren heen kwalificeerden de rechtspraak en de rechtsleer verschillende rechtsregels van procesrecht nu eens als van openbare orde dan weer als aanvullend of louter dwingend recht. Het behoorde tot de vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie dat de rechter enkel rechtsregels van procesrecht die de openbare orde raakten, ambtshalve mocht toepassen. Indien de rechter deze rechterlijke opdracht had miskend, konden partijen uit dit verzuim steeds een ontvankelijk cassatiemiddel afleiden, zelfs wanneer zij in het debat voor de feitenrechter de toepassing van de miskende rechtsregel zelf niet hadden gevorderd. Deze klassieke leer van de ambtshalve toepassing van rechtsregels van procesrecht kwam de voorbije jaren onder druk te staan. Sedert 2008 overwoog het Hof van Cassatie in verscheidene arresten dat partijen geen ontvankelijk cassatiemiddel kunnen afleiden uit de miskenning van een rechtsregel van procesrecht wanneer de bestreden beslissing in overeenstemming met hun conclusies werd gewezen. Deze rechtspraak geldt evenzeer wanneer de miskende rechtsregel van procesrecht de openbare orde raakt. Het Hof van Cassatie stelt dus wel de miskenning van een rechtsregel van procesrecht door de feitenrechter vast, maar verhelpt in bepaalde gevallen deze schending niet. Deze vaststelling bewoog de auteur ertoe om de kwalificatie van rechtsregels van procesrecht in vraag te stellen en onderzoek te voeren naar de aard van deze rechtsregels. Hij bepleit een unitair wetsbegrip van de rechtsregels van procesrecht en gaat op zoek naar een geïndividualiseerde sanctieregeling voor deze rechtsregels.
De auteur:
Frédéric Dupon is licentiaat in de geschiedenis (UFSIA/KU Leuven), master na master in de internationale betrekkingen en de diplomatie (UA) en licentiaat in de rechten (UA). Hij is auteur van verschillende artikels over het burgerlijk procesrecht in diverse toonaangevende tijdschriften. Hij is tevens plaatsvervangend vrederechter te Antwerpen en officier bij de Belgische marine. Hij doctoreerde op 22 juni 2022 op een proefschrift over de rol en de betekenis van de openbare orde in het burgerlijk procesrecht.