Boek
De tien liefdesverhalen van Nobelprijswinnaar Ivan Boenin die in deze bundel zijn opgenomen behoren tot de hoogtepunten van zijn werk. De verhoudingen die hij beschrijft zijn steeds kort, maar hevig. En hoe feller en volmaakter de liefde is, hoe sneller zij gedoemd is af te breken, vaak eindigt de verhouding door moord of zelfmoord. Maar al is de liefde kortstondig, de herinnering eraan verdwijnt niet en bepaalt soms een heel leven.
Seks en liefde, vaak vluchtig, soms verboden, bron van het hoogste geluk en de diepste wanhoop, zijn de centrale thema s Boenins personages zijn overgevoelig, egocentrisch, maar volkomen herkenbaar; zijn beheerst meesterschap weet het gevaar van gekunsteldheid steeds te vermijden . (Gordon McVay in The Times Higher Education Supplement.)
De vertaling is van Jan Robert Braat, het nawoord is van de Engelse slavist en Boenin-kenner David Richards.
Auteur
Ivan Boenin (1870-1953), telg uit een verarmde adellijke familie, werd rond 1900 bekend met novellen over het Russische platteland. Na de revolutie in 1917 emigreerde hij naar Frankrijk, waar hij tot zijn dood woonde. In 1933 kreeg hij de Nobelprijs voor zijn autobiografische roman Het leven van Arsenjev. Hij is lang ondergewaardeerd; de laatste jaren wordt hij weer erkend als een groot schrijver, een modern romanticus, met een Proustiaanse gevoeligheid.
Persstemmen
Tijdschrift voor Slavische Literatuur, Menno Kraan:
De korte verhalen die in de bundel De spraakkunst der liefde zijn opgenomen vormen een meer dan voortreffelijke kennismaking met het grote corpus aan korte verhalen dat Boenin heeft geschreven, wat niet in de laatste plaats is te danken aan de vertaling, waarin het specifieke van Boenins geconcentreerde bouillon-stijl (aldus Tsjechov) buitengewoon goed bewaard is gebleven.
De Groene, Nadja Louwerse:
Boenins proza is sober, melodieus en verrassend raak wat betreft de woordkeus. De beelden die Boenin weet op te roepen zijn zo aanschouwelijk, dat ze je duidelijk voor ogen blijven staan.
Het zal duidelijk zijn dat Boenins suggestieve en muzikale taalgebruik bijzonder moeilijk in een andere taal is om te zetten. Jan Robert Braat, die de tien verhalen in het Nederlands heeft vertaald, is daarin op onovertroffen wijze geslaagd. Vooral ook hierdoor wordt het lezen van deze bundel tot een onverwacht boeiende, opwindende en ontroerende belevenis.