Warmhartig, met oog voor het menselijk tekort schrijft Eva Hoeke over mensen die ze tijdens haar tochten door De Stad tegenkomt. Zoals de kroegbaas met levensleed, de vaste jongens van Café Pleinzicht, de Iraanse vrouw van de traiteur, en zwerver Raymond, die drieduizend euro bij zich had. Treffend en vol humor beschrijft ze situaties waarin ze terechtkomt, zoals haar hopeloze zoektocht naar een huis. En natuurlijk schrijft ze over De Man, met wie je praten, pronken, lallen, reizen, stappen, strijden, huilen en hakketakken, maar vooral altijd lachen kan.
Eva Hoeke schrijft kleine verhalen over groot leed, en andersom. Haar verhalen zijn een tikje melancholisch, geestig en raak geschreven, en toveren op het gezicht van de lezer een lach met een rafel.
Omdat er aan elk verhaal twee kanten zitten schijft De Man tien columns terug. Over dure tassen, kerstmis en stoppen met roken – wel degelijk hartstikke moeilijk.