Taal is alomtegenwoordig in de constructie van historische waarheid: in de meeste bronnen die historici gebruiken, in de teksten die ze zelf op basis van die bronnen schrijven, in het gesprek dat ze erover aangaan met hun collega’s en met de maatschappij. Dit boek biedt niet alleen een grondige theoretische reflectie op dat uitgangspunt, maar staat ook uitvoerig stil bij de concrete implicaties ervan voor de geschiedschrijving. Het eerste deel bevat een uitgewerkt stappenplan voor een historische discoursanalyse, in het tweede deel wordt stilgestaan bij de keuzes die historici maken – en beter niet maken – wanneer ze de veranderlijke en ongrijpbare historische realiteit tot een tekst trachten te stollen. In elk deel versterken theoretische inzichten en praktische voorbeelden elkaar wederzijds. De lezer wordt ook uitgenodigd om zelf aan de slag te gaan met concrete oefeningen. Doordat theorie en praktijk voortdurend met elkaar in dialoog gaan, is dit boek zowel van belang voor wie aan geschiedschrijving wil doen, als voor wie reflecteert over de fundamenten van het vak.
Marnix Beyen doceert Hedendaagse Politieke Geschiedenis en Geschiedenis en Taal aan de Universiteit Antwerpen.