België, herfst 1869. Gerard Conscience, burgemeester van Turnhout, wordt geconfronteerd met een nieuwe bedreiging. Een smokkelbende heeft haar jachtterrein uitgebreid tot in de dorpskern. Inbraken gaan gepaard met onverwacht geweld.
Conscience roept zijn zoon Henri terug uit Engeland, waar die criminologie studeerde. Dat wordt beweerd, tenminste. De Turnhoutenaren stellen zich vragen bij de jongeman, die rondwandelt, kijkt en zwijgt. Twee vrouwen interesseren zich voor hem: twee getrouwde vrouwen die te slim zijn voor hun eigen bestwil.
Terwijl Henri zich afvraagt wat hij voor Flora en Clara kan betekenen, groeit de angst in de stad. Een verhaal over ongewenste bezoekers.