Onbekend is onbemind, zo luidt het gezegde. En dit geldt zeker voor de regelgeving rond het grondverzet. Het Vlaamse omgevingsrecht telt na 20 jaar nog steeds weinig werken over dit onderwerp. Nochtans is deze regeling in 2023 twintig jaar in werking en is de Vlaamse grondverzetsregeling vrij uniek in de wereld.
Twintig jaar grondverzet is dan ook een goede aanleiding om een en ander juridisch door te lichten. Aan gespreksstof is er dan ook geen gebrek. De rollen, aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden van de bouwheer, de OVAM en de erkende bodembeheerorganisaties roepen nog steeds heel wat vragen op, net zoals de afbakening van het begrip ‘kadastrale werkzone’. Ook de afbakening tussen bodemsanering, grondverzet en materialenbeheer verdient bijzondere aandacht.
De laatste twintig jaar is het Europees recht ook steeds belangrijker geworden, zoals bijvoorbeeld de Afvalstoffenrichtlijn, de zgn. POP-verordening en de Kaderrichtlijn Water. Dit boek biedt dan ook bijzondere aandacht aan de uitwerking van het Europees recht in de grondverzetsregeling, evenals aan de relatie tussen het grondverzet en andere omgevingswetgeving, zoals het Omgevingsvergunningendecreet.
Ook de rechtspraak blijft niet achter en zo zijn er een aantal recente arresten die onder meer de relatie tussen het grondverzet en de bodemsaneringsprocedure scherpstellen.
Dit boek is een praktische handleiding voor juristen en niet-juristen om tot een beter begrip te komen van de grondverzetsregeling en haar relatie tot de bodemsaneringsregeling en de afvalwetgeving. Hierbij hebben de auteurs oog voor de bredere juridische (Europeesrechtelijke) context waarbinnen het grondverzet moet worden begrepen. De auteurs gaan ook in op de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende grondverzetsactoren, zoals bouwheren, de erkende bodembeheerorganisaties en de OVAM. Er wordt in de analyse uiteraard aandacht besteed aan wetgeving, pseudowetgeving en rechtspraak, maar evengoed aan de praktijk zoals die gegroeid is binnen de sector de afgelopen 20 jaar. Tot slot kijken de auteurs vooruit, naar enkele evoluties op Vlaams en Europees vlak, zoals de verhoopte Europese Bodemrichtlijn, die de Vlaamse grondverzetsregeling verder in vraag zullen stellen.