‘De interessantste wederopstanding van een slapende vorm: de ideeënroman.’ – The Guardian
Het is 1986 en in Tsjernobyl is een kernreactor ontploft. Syvert keert terug van militaire dienst en gaat bij zijn zieke moeder in Noorwegen wonen. Na een droom over zijn overleden vader onderzoekt hij zijn verleden en ontdekt hij brieven die naar de Sovjet-Unie wijzen. In hedendaags Rusland worstelt Alevtina, ooit een ambitieuze bioloog, met haar identiteit.
De wolven van de eeuwigheid verbindt op meesterlijke wijze de levens van Syvert en Alevtina en belicht het diepgaande, tijdloze karakter van menselijke relaties.
‘De wolven van de eeuwigheid worstelt, net als een 19de-eeuwse Russische roman, met de grote tegenstellingen: het tastbare en het bovenaardse. Is deze wereld doortrokken van betekenis of niet? Is er ooit een beter moment geweest om dit te vragen?’ – The New York Times