Een façade van burgerfatsoen en conformisme verbergt de poel des verderfs die de laatnegentiende-eeuwse industriestad Aalst is. In de verpeste samenleving gedijt de Zwarte Hand, een ongeregelde bende anarchisten. Ze roven en stelen, om te kunnen overleven, maar ook voor het plezier en om de gevestigde macht uit te dagen. Zij worden belaagd door een ijverige ondercommissaris van politie. Het jaar 1901 is uit authentieke politieverslagen samengesteld, die duidelijk maken dat met het aanbreken van een nieuwe eeuw, de zonden van de vorige nog niet uitgeroeid zijn.