Description

Vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel zijn niet meer weg te denken uit de fiscale praktijk. In menig fiscaal geschil doet de belastingplichtige een beroep op deze beginselen. Daarbij is het vertrouwensbeginsel met name van belang als de belastingplichtige meent op een ander, gunstiger standpunt van de inspecteur te kunnen rekenen, dan deze laatste bij het vaststellen van de aanslag inneemt.
Het gelijkheidsbeginsel komt aan de orde als een belastingplichtige de indruk krijgt dat andere belastingplichtigen gunstiger worden behandeld dan hijzelf. Beide beginselen houden een relativering van legaliteitsbeginsel in.
Op systematische wijze wordt een ordening aangebracht in de zeer omvangrijke jurisprudentie van de belastingrechter. De rechter blijkt daarbij vrij nauwkeurig, direct toepasbare regels te hanteren bij beantwoording van de vraag of het gelijkheids- of vertrouwensbeginsel in een concreet geval zijn geschonden.