Wereldgeschiedenis is geen ver-van-ons-bed-show. Evenmin is het de geschiedenis van één homogene wereld. Om de wereld vandaag te begrijpen is wereldgeschiedenis van cruciaal belang. Maar wereldgeschiedenis zelf is relatief jong. Toen de discipline in de jaren 90 ten tonele verscheen, was het vooral een manier om toenemende globalisering in die periode te begrijpen. Ze wou een antwoord bieden op westerse of eurocentrische navelstaarderij, een frisse blik die tot ver buiten de schaduw van de kerktoren reikt; een wereld bestuderen waarin muren vallen en grenzen vervagen. Die wereld is drastisch aan het veranderen: klimaatverandering, het verlies van biodiversiteit, Fort Europa, het nieuwe handelsprotectionisme, massaconsumptie, energiecrisis, pandemieën... Complexe en snelle ontwikkelingen die ons naar adem doen happen. Hoe zijn we in die situatie terechtgekomen? Die vraag wordt steeds uitdagender en verdient een ambitieus antwoord. Daarbij helpt wereldgeschiedenis.
Wereldgeschiedenis stelt essentiële en grote vragen. En zoekt antwoorden in vaak kleine verhalen en onverwachte connecties, wars van universele pretenties en eenzijdige perspectieven. Over West-Vlaamse mussenfeesten en klimaatverandering, boeren in Madagaskar, een Nieuw Oostende in Argentinië: de omgang van de mens met zijn omgeving staat centraal. In Energie, Emigratie en Ecologie werpen historici een nieuw licht op de geschiedenis van drie mondiale thema’s: de ecologische crisis, het platteland in een verstedelijkte wereld, en de menselijke mobiliteit.