Fiscale rechtsregels onderscheiden zich in principe niet van andere rechtsregels. Zij zijn maar toepasselijk voor zover hun toepassingsvoorwaarden (blijvend) vervuld zijn. Men is dus in principe vrij zich buiten die toepassingsvoorwaarden te plaatsen. Ten onrechte werd lang voorgehouden dat fiscale rechtsregels letterlijk te interpreteren zijn waardoor de omzeiling van de letterlijke interpretatie ervan onder het mom van de vrijheid van de minst belaste weg geoorloofd zou zijn. Het behoort tot de essentiële taak van de rechter, zowel in het fiscaal recht als daarbuiten, om rechtsregels op rechtsfeiten correct toe te passen bij rechtsgeschillen. Daarbij moet de rechter steeds de werkelijke strekking van de wet achterhalen en toepassen met naleving van het rechtszekerheidsbeginsel en democratiebeginsel (wettigheidsbeginsel). In dit boek toont de auteur aan dat de fiscale antimisbruikbepalingen steeds overbodig (ook na de hervorming van 2012) zijn geweest en de juiste houding t.a.v. de taak van de rechter volstaat om fiscale wetsontduiking tegen te gaan, zonder daarbij de geoorloofde wetsontwijking aan te tasten. Daarbij is het ontwijkingsoogmerk zowel met als zonder antimisbruikbepalingen irrelevant. De bevindingen van de auteur worden telkens toegepast op de recentste rechtspraak en standpunten van de fiscale administratie.
Nicolas Van Damme is doctor in de rechten (KU Leuven) en is als voltijds assistent en onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Contractenrecht (KU Leuven) en het Centre des Recherches Juridiques (Université Grenoble-Alpes). In 2020 verscheen de commerciële versie van zijn doctoraat over de gemeenrechtelijke wetsontduiking.