Op 3 mei 2019 werd het Vlaamse decreet houdende de gemeentewegen aangenomen. Met dat decreet voorziet de decreetgever in een eengemaakt en gemoderniseerd statuut voor alle gemeentewegen die in het Vlaamse gewest zijn gelegen. Het onderscheid dat bestond tussen buurtwegen en ‘gewone’ gemeentewegen wordt bijgevolg opgeheven. De impact van dit nieuwe Decreet Gemeentewegen is niet te onderschatten.
Dit boek licht op een duidelijke, toegepaste en kritische wijze de belangrijkste aspecten van het nieuwe Decreet Gemeentewegen toe. Onder meer de volgende prangende vragen komen er in aan bod: Welke wegen vallen onder het toepassingsgebied van het decreet? Welke procedure moet een gemeente volgen om een gemeenteweg aan te leggen, te wijzigen of op te heffen? Kan een gemeenteweg ontstaan, wijzigen of verdwijnen door onbruik? Hoe moet de vergoeding voor een waardevermindering of -vermeerdering ten gevolge van het ontstaan, het wijzigen of het opheffen van een gemeenteweg bepaald worden? Moet een rooilijnplan steeds gerealiseerd worden? Hoe verhoudt het gemeentewegendecreet zich met de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening? Welke instrumenten heeft de gemeente om inbreuken op het decreet te sanctioneren?
Dit boek is dan ook onmisbaar voor iedereen die op de een of andere wijze met gemeentewegen in aanraking komt, zoals ambtenaren, advocaten, notarissen, landmeters, magistraten, vastgoedmakelaars, vastgoedspecialisten, enz.
Het werk bevat bijdragen van Sven Boullart, Marc Boes, Marijke Brondeel, Anne Mie Draye, Joris Geens, Steven Lierman, Thomas Leys , Robert Palmans en Stijn Verbist.