Dit boek geeft een grondig en geactualiseerd overzicht van het Belgische aannemingsrecht. Alle klassieke facetten van het aannemingsrecht worden besproken. Zo wordt geanalyseerd hoe een aannemingsovereenkomst tot stand komt en welke verbintenissen de opdrachtgever en de aannemer op zich nemen. Veel aandacht gaat daarbij naar de verschillende aansprakelijkheidsregimes, zowel op contractueel vlak (pre- en postoplevering, verborgen gebreken, tienjarige aansprakelijkheid) als de aansprakelijkheid naar derden toe (art. 1382 ev. BW, Welzijnswet en werfveiligheid, burenhinder,…). Ook de andere bouwactoren worden toegelicht. In het bijzonder komt het wettelijk, deontologisch en contractueel kader waarbinnen de architect fungeert aan bod.
Een apart hoofdstuk wordt gewijd aan allerhande sociale en fiscale verplichtingen eigen aan het bouwwezen, zoals de hoofdelijke aansprakelijkheid, werfmelding en terbeschikkingstelling van werknemers. Gezien het grote belang ervan in de vastgoedpraktijk, wordt de Woningbouwwet eveneens besproken.
Aangezien een grote verantwoordelijkheid rust op de diverse actoren in het bouwproces, is het van groot belang dat deze zich afdoende verzekeren. Het boek belicht derhalve ook de diverse verzekeringscontracten in de bouwsector, waaronder de nieuwe verplichte verzekering tienjarige aansprakelijkheid en de aankomende verplichte verzekering voor dienstverleners in de bouw. Ten slotte wordt het deskundigenonderzoek en de daarbij horende nieuwigheden uit de recente (Potpourri-)wetten, uitgebreid behandeld.
De diverse hoofdstukken van het boek worden aangevuld met talrijke voorbeelden uit de rechtspraak, zodat het werk een ruim overzicht bevat van de relevante vonnissen en arresten. Waar mogelijk wordt bovendien verwezen naar de meest recente rechtspraak. Het boek vormt dan ook een grondig en overzichtelijk naslagwerk voor iedereen die in aanraking komt met aanneming.