Dit handboek belicht in hoofdlijnen de verschillende aspecten van de correctionele procedure, thans de belangrijkste procedure ten gronde in strafzaken.
Het is opgebouwd rond drie delen: de procedure tijdens de terechtzitting, de rechtsmiddelen (verzet, hoger beroep en cassatieberoep) en het bewijs (met inbegrip van het onrechtmatig verkregen bewijs).
Het boek concentreert zich op de kern van de materie i.p.v. te verglijden in allerhande details. Ruime aandacht gaat uit naar de invloed van het EVRM. Het is daarom uitermate geschikt als boek om dagelijks te hanteren in de praktijk en als leerboek. Via een uitgebreide inhoudsopgave en een handzaam trefwoordenregister wordt snel toegang verleend tot de diverse materies. Kruisverwijzingen in de tekst zelf wijzen op de verbanden met andere delen. Kernbibliografieën bij de meeste onderwerpen laten nadere opzoekingen toe. Het is om al die redenen bestemd voor magistraten (zowel van de zetel als van het parket), griffiers, advocaten, studenten en academici.