Ondernemers staan tijdens de start, het leven en aan het einde van hun onderneming meer dan eens voor beleidsbeslissingen waarvan zij de fiscale gevolgen dienen in te schatten. Ze moeten in elke levensfase van hun zaak goed geïnformeerde keuzes maken.
In de aanvangsfase van de startende onderneming is de keuze tussen een eenpersoonszaak en een vennootschap belangrijk en buigt men zich over de mogelijke financieringsvormen via eigen vermogen of vreemd vermogen.
Tijdens het leven van een vennootschap hebben beslissingen over investeren, waardering van de voorraad, de bezoldigingspolitiek en pensioenopbouw fiscale consequenties. Dochterondernemingen of holdingstructuren zijn het logische gevolg van een rendabele activiteit of van de afsplitsing van vermogens en aansprakelijkheden.
Het boek sluit af met een bespreking van de fiscale opties tijdens de laatste levensfase van de vennootschap: de reorganisatie, de vereffening of de overdracht van een familiale onderneming.
De auteurs van dit handboek putten voor hun bijdrage aan dit boek uit hun jarenlange ervaring en opgebouwde expertise in de fiscale praktijk. Zij zijn eveneens verbonden als docent aan de postgraduaatsopleiding Fiscaal Recht & Fiscale Praktijk aan de Fiscale Hogeschool te Brussel, waar zij dit handboek gebruiken als studiemateriaal voor hun studenten.
Dit handboek is geschreven voor de student en de fiscale beroepsbeoefenaar die op zoek is naar informatie om de fiscale impact in eigen dossiers te beoordelen. Het gebruik van voetnoten daar waar nodig helpt de lezer de originele bronnen terug te vinden.