“Zijn onderzoek is nu uitgemond in een prachtig doctoraat, rijk gedocumenteerd, waarin hij haarscherp en ongezien grondig de toepassingsvoorwaarden van de MOZA ontleedt. Het boek bevindt zich op de grens tussen het aansprakelijkheidsrecht en het gezondheidsrecht, altijd vruchtbaar om twee rechtstakken met elkaar te combineren.”Prof. dr. Thierry Vansweevelt, Universiteit AntwerpenNa een lange lijdensweg voerde de Belgische wetgever met de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg een alternatief vergoedingssysteem in voor slachtoffers van medische ongevallen, de zgn. Wet Medische Ongevallen. Naast een kosteloze en (ver)eenvoudig(d)e procedure om een schadevergoeding te krijgen ter vergoeding van de schade als gevolg van een medisch ongeval, voerde deze wet ook vier alternatieve vergoedingscriteria in op grond waarvan slachtoffers van een medisch ongeval (en hun na(ast)bestaanden) een vergoeding kunnen krijgen van het Fonds voor Medische Ongevallen.Na een bespreking van het toepassingsgebied van de Wet Medische Ongevallen, en de vergoedingsvoorwaarden gelinkt aan de aansprakelijkheid van een zorgverlener, wordt uitgebreid stilgestaan bij het begrip medisch ongeval zonder aansprakelijkheid en de ernstcriteria. Dit alles wordt op een heldere, diepgaande en rechtsvergelijkende wijze geanalyseerd – er wordt o.m. vergeleken met de vergoedingsvoorwaarden in de Scandinavische landen, Nieuw-Zeeland en Frankrijk – en er worden verschillende aanbevelingen ter verbetering gedaan. Het boek bevat ook verwijzingen naar talloze (ongepubliceerde) uitspraken van het FMO en de Belgische hoven en rechtbanken, waarbij de relevante passage telkens in de voetnoot wordt geciteerd.Dit boek is een must voor iedereen die in aanraking komt met de Wet Medische Ongevallen, en zich wil verdiepen in de mogelijkheden die de vergoedingsvoorwaarden van deze wet al dan niet te bieden hebben.