Was het dodelijke schot dat Gavrilo Princip op 28 juni 1914 afvuurde de rechtstreekse aanleiding voor het losbarsten van de Eerste Wereldoorlog? Moeten we de dieperliggende oorzaken voor de Groote Oorlog eerder in de militair-politieke dan wel in de economische sfeer zoeken? En wat met de rol van het toeval in dit alles? Deze en andere historische vragen werden doorheen de afgelopen eeuw uiteenlopend beantwoord. Die verschillende, zelfs rivaliserende representaties van voorbije fenomenen, hebben alles te maken met hoe historici geschiedenis schrijven. Via voorbeelden uit de historiografie over de Eerste Wereldoorlog biedt dit tweede volume in de reeks Historisch denken een toegankelijke inleiding in de historische praktijk. Per hoofdstuk krijgt de lezer verschillende didactische scenario’s, toepasbaar in het secundair geschiedenisonderwijs. Tot slot gaat dit boek in op hoe het historisch métier een zinvolle en haalbare vertaling kan krijgen naar het vak geschiedenis.
Jolien Gijbels is verbonden aan de onderzoeksgroep Cultuurgeschiedenis vanaf 1750 van de KU Leuven, waar ze een doctoraat voorbereidt over de rol van religie en vrijzinnigheid in de Belgische medische pers in de negentiende eeuw.
Koen Lagae is medewerker aan de Specifieke Lerarenopleiding Geschiedenis van de KU Leuven, en leerkracht geschiedenis aan het Sint-Pieterscollege in Jette.
Karel Van Nieuwenhuyse is docent geschiedenisdidactiek aan de KU Leuven, en coördinator van de Specifieke Lerarenopleiding Geschiedenis.