Als drager van het recht is taal belangrijk. Het recht moet informatie in een correcte en begrijpbare taal overbrengen. Bovendien moet het recht gekend zijn om afdwingbaar te zijn. Het juridische jargon botst daarbij op grenzen. Zo is er de complexe maatschappij, die fijnmazige regelgeving vergt. Er ontstaan ingewikkelde regels die niet altijd even toegankelijk of zelfs verstaanbaar zijn. Los van deze vraag over de toegankelijkheid van het recht ontstaat de vraag of er een kloof kan of mag zijn tussen mensen die het recht begrijpen en zij die het niet (of minder) begrijpen. Het belang van informatievergaring en -verstrekking in het recht kan dan ook niet overschat worden. Dit boek reflecteert vanuit verschillende rechtsdomeinen (gemeen recht, verzekeringsrecht, financieel recht, consumenten- en ondernemingsrecht, mediarecht, omgevingsrecht, vastgoedrecht, …) over informatievergaring en -verstrekking. Hierbij staan per rechtsdomein de volgende elementen centraal: de juridische grondslag en achterliggende doelstelling van de informatieverplichtingen, de aanduiding van verstrekker en ontvanger van de informatie, de voorschriften inzake vorm en formulering, tijdbepalingen, de gevolgen bij niet-naleving, de bewijslast en bewijsmiddelen en tot slot de mogelijkheden om af te wijken van de geldende voorschriften. Het thema van informatie wordt telkens domeinspecifiek bestudeerd. Dit brengt een transversale reflectie over de verschillende rechtsdomeinen tot stand.