New York, jaren zeventig. De Ierse Eilis Lacey woont al twintig jaar samen met haar man, Tony Fiorello, en kinderen in Long Island, iets te dicht bij haar schoonfamilie. Tot een schokkend bericht Eilis terugdrijft naar Ierland, naar een wereld die ze allang achter zich dacht te hebben gelaten en naar manieren van leven en liefhebben die ze dacht verloren te hebben.
‘Een gebroken hart, melancholie, knisperende dialogen… Dit is Tóibín op zijn best.’ – The Times
‘Een meesterlijke roman vol verlangen en spijt. Een verhaal over geliefden die elkaar weer treffen, over compromissen en de slotsom op latere leeftijd.’ – Douglas Stuart, auteur van Shuggie Bain