Dit boek presenteert een bijzondere visuele dialoog tussen twee wereldberoemde schilders.
Door de weg te banen voor het mysterie in de schilderkunst legde Magritte de kiem voor de kunst van Folon, die nooit zou ophouden de paden van de poëzie te verkennen. Magritte was een voorstander van het mysterie dat voortkomt uit het dagelijkse leven, maar Folon koos voor de droomwereld en de stilering die daarmee samengaat. Folon verving de duif van Magritte door een strakke vogel die hij met één streek tekende, hij verkoos een rechthoekig parallellepipedum boven het gedetailleerde huis van de surrealist enz.
Die twee werken worden prachtig gedefinieerd in dit citaat van Folon:
'IN DE SCHILDERKUNST IS ECHT ALLES MOGELIJK.
ZELFS MYSTERIES BEDENKEN.'