Het Onroerenderfgoeddecreet is bijna twee jaar in werking. Het vervangt in één klap het Monumentendecreet, het Archeologiedecreet en het Landschapszorgdecreet.
Dit werk evalueert de nieuwigheden van het decreet. De belangrijkste luiken van het decreet komen aan bod: de procedure en de rechtsgevolgen inzake beschermingen en inventarissen, maar ook de praktische gevolgen van de verplichting tot het uitvoeren van een archeologisch onderzoek. Afgesloten wordt met de handhaving van het Onroerenderfgoeddecreet,waarbij onder andere de administratieve handhaving en de minnelijke schikking belicht worden.