Onroerende publiciteit neemt een centrale rol in het vermogensrecht. Dit is namelijk onderliggend aan tal van vermogensrechtelijke basisbeginselen. Toch krijgt dit onderwerp relatief weinig aandacht in vergelijking met andere vermogensrechtelijke leerstukken.
Dit proefschrift plaatst de onroerende publiciteit vanuit vermogensrechtelijke invalshoek op de voorgrond. Ook het praktisch-beleidsmatige aspect - waar dit relevant is voor de vermogensrechtelijke rol van de onroerende publiciteit - komt hierbij aan bod.
Hoewel de aandacht van dit proefschrift vooral gaat naar de onroerende registerpubliciteit, worden ook andere vormen van onroerende publiciteit kort vermeld en krijgen deze waar nodig meer aandacht. In dit boek komt niet elk onroerende-publiciteitsstelsel ter wereld even diepgaand aan bod. Nadat een globaal perspectief wordt ingenomen om een algemeen toepasbare typologie te ontwikkelen, worden een aantal concrete stelsels geselecteerd om uitgebreider onderzoek op te verrichten: het Belgische, Franse, Nederlandse en Duitse recht.
Dit boek bevat:
"Het is een mooie, fundamentele studie geworden. In vijf delen (na een inleidend deel) schetst hij de onroerende registerpubliciteit in het vermogensrecht, de historische achtergrond, het positieve recht van de onroerende registerpubliciteit, hoe de stelsels van onroerende registerpubliciteit geëvalueerd kunnen worden aan de hand van diverse beginselen en eindigt hij met een normatieve beoordeling. Hij doet dit rechtsvergelijkend. Naast het Belgische recht onderzoekt hij Frans, Nederlands en Duits recht."
VAN DE VOORDE J., [Boekbespreking], TPR 2022/3, 1223-1224.
Raadpleeg de volledige recensie
"Deze Leuvense dissertatie (...) is zonder meer het vermelden waard. Het boek gaat over registerpubliciteit bij onroerende objecten en heeft als ambitieuze vraag: welk rechtssysteem is het beste? (...) Aan de hand van een analyse van Belgisch, Frans, Duits en Nederlands recht en de spiegeling daarvan aan de verschillende beginselen én een rechtseconomische inbedding, luidt de conclusie van het boek kort gezegd dat een stelsel van publiciteit beter is dan een stelsel zonder publiciteit en dat een stelsel dat het aktebewaringssysteem, een hybride stelsel en een niet-gefragmenteerd register combineert, de beste papieren heeft."
VAN BOOM W.H., [Boekbespreking], NTBR 203/4, 29.