James Ensor heeft Oostende nooit ingeruild voor Brussel of Parijs. Waarom niet? Dat vertelt dit boek, waarin Kurt Van Eeghem de lezer meeneemt naar de Koningin der Badsteden ten tijde van de zwierige belle époque.
Elke zomer veranderde de ingeslapen kuststad in een bruisende smeltkroes. De promenade met zijn weelderige hotels en villa’s was the place to be voor de elite om te zien en gezien te worden. Luxueuze treinen en pakketboten brachten toeristen uit alle uithoeken van de wereld naar onze kust.
In dit boek wordt eindelijk de meest succesvolle periode van Oostende beschreven. Naast De Kursaal, een wonderlijk eclectisch paleis, beschikte de badstad over een Groot Symfonisch Orkest met aan het begin van de twintigste eeuw 155 topmuzikanten. Wereldsterren zoals Caruso, Saint-Saëns, Strauss en Casals traden op in de immense Rotonde. Voor opera, toneel en ballet kon je terecht in de Koninklijke Schouwburg. Geleerden en schrijvers hielden lezingen, schilders en beeldhouwers toonden de nieuwste evoluties. De revuetheaters draaiden op volle toeren, er waren sportmanifestaties, bloemencorso’s, vuurwerken en stoeten. Auguste Escoffier creëerde de ‘Sole Ostendaise’ in de keuken van het ‘Royal Palace’, het meest luxueuze hotel van de Atlantische kust… Oostende in de belle époque is een boek vol verrassingen.