'Vertalers zijn de postpaarden van de beschaving' is een uitspraak van de dichter Aleksandr Poesjkin. Deze uitspraak wordt gebruikt om in te gaan op een van de thema's die de vertaalwetenschapper Raymond van den Broeck heeft behandeld.
In zijn werk verwijst van den Broeck vaak naar het vertalen van poëzie. Dat gebeurt bijvoorbeeld in De bloemen van den booze. Baudelaire driemaal vertaald, in Een raam waar een gedicht doorheen kan schijnen en in The Burden and the Splendour of the Ruin at Babel. Van den Broeck heeft het vertalen van poëzie niet alleen theoretisch benaderd, hij heeft ook zelf gedichten van John Berger, Jorge Luis Borges en Emily Dickinson vertaald.
Aan de hand van boeiende voorbeelden toont dit boek hoe vertalers steeds weer balanceren op de dunne grens tussen succes en mislukking.