In 1992 nam de Europese wetgever een maximaal geharmoniseerde richtlijn aan die de meeste vormen van reclame voor geneesmiddelen reguleerde. De richtlijn had als doel de vervolmaking van de interne geneesmiddelenmarkt te bevorderen, door de handelsbelemmerende divergerende nationale wetgeving op te heffen. In dit boek verdedigt de auteur dat er ook nood is aan een Europese maximaal geharmoniseerde richtlijn die de reclame voor medische hulpmiddelen reguleert. Net zoals het geval was voor de geneesmiddelenreclame, regelen de nationale lidstaten reclame voor medische hulpmiddelen op uiteenlopende manieren en hindert dit de vervolmaking van de interne medische hulpmiddelenmarkt. De auteur geeft in dit werk de basisprincipes weer waarop een Europese regulering over reclame voor medische hulpmiddelen gebaseerd moet zijn. Daartoe vergelijkt ze reclame voor medische hulpmiddelen met reclame voor geneesmiddelen. Beide producten vertonen namelijk vele gelijkenissen. Ze hebben beide een medische bestemming, ze zijn primaire goederen, ook zijn ze vaak post-ervaringsgoederen en brengt het gebruik ervan vaak risico’s met zich mee. Verder komt niet alleen het Europese en het Belgische recht aan bod, maar vergelijkt de auteur deze regels met het meer liberale Amerikaanse kader. Vernieuwend in dit werk is in de eerste plaats de benadering van de gebruiker van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen als consument in plaats van als patiënt. In de tweede plaats analyseert de auteur het recht niet op een louter normatieve manier, maar houdt ze ook rekening met de onderzoeksresultaten van empirische studies over reclame voor geneesmiddelen.Het boek is zowel nuttig voor rechtspractici en professionelen werkzaam in de marketing van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, als voor beleidsmakers en academici met een interesse in consumentenbescherming.Eugenie Syx (° Kortrijk, België) studeerde in 2011 af als advocaat te Argentinië (UNSTA) en in 2012 behaalde ze het diploma van Master in de rechten (KU Leuven). Van september 2012 tot september 2016 was ze verbonden aan het Instituut Consument, Competitie en Markt van de KU Leuven. In het kader van haar doctoraal onderzoek was ze in 2016 ook Visiting Researcher aan de University of Pittsburgh. Eind 2016 startte ze haar carrière in de advocatuur bij Linklaters.