Wat is rechtsdenken? Waarin verschilt de juridische discipline van andere denkvormen? Welke maatschappelijke meerwaarde bieden rechtstheorie en rechtspraktijk? Hoe komt een juridisch oordeel tot stand? Hoe selecteren en vormen we rechtspractici tot advocaten, magistraten, bedrijfs- en andere juristen die het recht naar behoren realiseren?
In deze kritische monografie onderzoekt de auteur hoe effectief juridisch denken gevormd wordt en heeft hij aandacht voor de koppeling van rechtskennis en conflictanalyse, die hij toepast op complexe casussen. Zo vormt dit boek een gedegen voorbereiding op juridische oordeelsvorming, van adviesverlening en rechtsbijstand tot advocatuur en magistratuur.
Hoewel dit boek in wezen rechtsfilosofisch van aard is, blijft het gericht op de rechtspraktijk en hoopt het rechtspractici aan te spreken. Vandaar de ondertitel vade mecum: een gids, een leidraad of gebruiksaanwijzing voor rechtsdenken, nopend tot een eindweegs meewandelen, zelfs flaneren, waar rechtskennis en zelfkennis elkaar ontmoeten.