Een werknemer die het slachtoffer is van een arbeidsongeval, heeft recht op de door de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 voorziene vergoedingen. In dit werk bespreken de auteurs de verschillende aspecten van deze vergoedingen.
In het eerste hoofdstuk 'Aard van de schade' preciseren de auteurs welke schade vergoed wordt. In het tweede hoofdstuk 'Dodelijk arbeidsongeval' geven de auteurs een omschrijving van dit begrip en behandelen zij de kosten en vergoedingen die aan de rechthebbenden van de werknemer moeten uitgekeerd worden. Vervolgens lichten de auteurs de begrippen tijdelijke en blijvende arbeidsongeschiktheid toe en bespreken zij de vergoedingen die in deze gevallen verschuldigd zijn. In het hoofdstuk rond geneeskundige verzorging wordt uit de doeken gedaan welke kosten vergoed worden aan de werknemer. Bovendien gaan de auteurs dieper in op het belang en de inhoud van het basisloon dat aan de basis van de vergoedingen ligt en wordt er bepaald wie tot de betaling van de vergoedingen gehouden is en wie een voorrecht geniet.