Historische roman over het Amsterdam ten tijde van de tulpengekte in de zeventiende eeuw en over Rembrandt van Rijn en zijn begaafde leerling Pieter
Voor de lezers van De koffiedief en de Medici-serie
Amsterdam, 1636. In de statige herenhuizen langs de grachten komt de Gouden Eeuw tot bloei. Tussen alle grote kunstwerken springt er één in het oog, een kunstwerk van Moeder Natuur zelf: de tulp. En om die te bezitten zijn mensen bereid heel ver te gaan…
Pieter, de nieuwe leerling van Rembrandt van Rijn,
is een buitenbeentje. Vooral zijn enthousiasme en grote
talent voor wiskunde vindt men maar vreemd. Wanneer
de prijs van tulpenbollen plotseling de pan uit rijst, komt
zijn kennis van wiskundige wetten echter bijzonder goed
van pas. Maar dan worden verscheidene tulpenhandelaren
dood aangetroff en. Als alle slachtoff ers blijken te zijn
geportretteerd door Rembrandt van Rijn, staat Pieters
leven volledig op zijn kop.