Sinds de opkomst van de feitelijke samenwoning en de invoering van de wettelijke samenwoning naast het huwelijk, bestaan er drie vormen van tweerelaties. Tussen deze relatievormen bestaat er op bepaalde vlakken geen enkel verschil meer, maar op andere blijven er nog steeds erg grote verschillen, afhankelijk van de toepasselijke rechtsregel en zonder dat deze verschillen en gelijkenissen noodzakelijkerwijze gebaseerd zijn op logische of consistente ideeën over de verschillende relatievormen. Het recht dat de tweerelaties regelt, is daarmee een waar kluwen geworden en blijft actueel, zowel in de (rechts)praktijk als in het beleid. In dit boek maakt de auteur in het eerste deel een minutieuze ontleding van het recht met betrekking tot het huwelijk, de wettelijke samenwoning en de feitelijke samenwoning. Daarbij komen niet enkel het aangaan, de beëindiging en de familierechtelijke inhoud van de relaties aan bod, maar onderzoekt de auteur ook op welke manier de verschillende vormen van tweerelaties in aanmerking worden genomen in het familiaal vermogensrecht, het erfrecht, de inkomstenbelastingen, de erf- en schenkbelastingen, het socialezekerheidsrecht, het vreemdelingenrecht en het strafrecht.In het tweede deel beantwoordt de auteur de vraag wat de wetgever ervan weerhoudt om in een ruimere bescherming van buitenhuwelijkse relaties te voorzien en of de argumenten die in dat verband worden opgeworpen, standhouden. Verder onderzoekt hij of de overwegingen achter de verdediging van dat beleid consistent zijn. Ook de vraag of het ‘regime’ waaraan buitenhuwelijkse partners onderworpen zijn in overeenstemming is met het idee dat zij daar zelf over hebben, wordt onderzocht. Al deze vragen worden beantwoord aan de hand van onder andere alle relevante arresten van het Grondwettelijk Hof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De auteur toetst ook alle overwegingen aan de sociale werkelijkheid zoals die blijkt uit sociaalwetenschappelijk onderzoek en ten slotte maakt hij een eigen juridische evaluatie.Dit boek is voor de magistraat, advocaat, notaris en familiaal bemiddelaar een uniek werkinstrument omdat alle relevante regels over de verschillende tweerelaties erin aan bod komen en de auteur ook oplossingen aanreikt waar nodig. Als wetenschappelijk onderzoek kan de academicus het als aanzet nemen voor verder onderzoek. Sven Eggermont studeerde in 2008 met grote onderscheiding af als licentiaat in de rechten aan de UAntwerpen, waar hij in 2015 promoveerde tot doctor in de rechten. Sinds 2013 is hij als advocaat verbonden aan de balie van Antwerpen en als docent aan Odisee, waar hij het opleidingsonderdeel Familierecht doceert in de opleiding gezinswetenschappen. In oktober 2015 werd Sven Eggermont aangesteld als gastprofessor aan de UGent. Hij is tevens lid van de redactieraad van het Tijdschrift voor Familierecht.