Beth houdt nooit lang iets vol. Ze heeft meer baantjes en relaties versleten dan ze durft te tellen en ze slaapt nog altijd in haar oude kamertje, bij haar ouders dus. Ze heeft het echt wel geprobeerd, maar behalve haar vaste pubavond op vrijdag wil het gewoon niet lukken met die vastigheid. Dan, op een doodgewone ochtend, verandert alles. Een onvoorstelbare tragedie zet Beths leven op zijn kop wanneer zij totaal onverwacht de kinderen van haar zus onder haar hoede krijgt: tiener Polly en peuter Ted. Zo begint een nieuw bestaan met verhaaltjes voor het slapengaan, ouderavonden en olifantenknuffels. Maar zonder ooit eerder voor iemand verantwoordelijk te zijn geweest, vraagt Beth zich af: wat als ik deze taak niet aankan? Met hulp van haar beste vriend Jory en haar aandoenlijke, eenzame buurman Albert ontdekt Beth dat ze deze keer zal slagen, ook al is het met keihard vallen en opstaan.