We dachten dat we de eeuwigheid voor ons hadden.
Maar de eeuwigheid had andere plannen.
Achter mij ligt de ergste nacht van mijn leven. Niemand wil me vertellen waar North is, en het laatste wat ik me herinner is zijn met bloed bedekte gezicht. Maar sterren bloeden toch niet, of wel?
Met het aanbreken van de nieuwe ochtend begint een periode waarin enkel het piepen van een monitor me in leven houdt. En als dit piepen uiteindelijk stopt, word ik geconfronteerd met een realiteit waarin de Poolster niet meer schittert. Hij is in duizend stukjes uiteengevallen en niemand kan me vertellen hoe je die weer in elkaar zet. Maar hoe moeten we ooit onze weg naar huis vinden? Ik bedoel ... en North de zijne?
In de stilte begin ik te tekenen. Over liefde, ontwaken, verlangen en de weg naar huis. Enkele weken geleden heeft North Beckett mijn hart veroverd in de Canadese storm. Maar vandaag is niets meer zoals het ooit was.