Walter Swennen staat bekend om zijn radicale, experimentele en associatieve benadering van schilderkunst, die misschien het best kan worden samengevat als een geloof in de totale autonomie van het kunstwerk. Voor Swennen hoeft een schilderij niet ‘emotioneel’ of ‘begrepen’ te zijn: het primaire doel van schilderen is simpelweg schilderen. Alles – vorm, kleur, onderwerp – komt van buitenaf.
Als gewezen dichter is het geen toeval dat taal een vitale rol speelt in zijn praktijk.
Deze nieuwe publicatie bevat 40 schilderijen en gouaches gecreëerd tussen 2018 en 2022, de integrale tentoonstelling bij Galerie Nicolas Krupp, Basel (04.11.2022 - 18.01.2023).
‘What the body can do’ is een serie werken op papier, die voortkomen uit palet- en proefvellen. Deze werden gebruikt om bepaalde kleurencombinaties, lagen, gebaren en penseelbewegingen uit te proberen, en andere ‘voorbereidende’ activiteiten in dienst van zijn schilderijen. Toen Swennen ze later tegenkwam, zag hij dat sommige schilderijen slechts kleine wijzigingen of toevoegingen nodig hadden vooraleer tot een resolutie te leiden.
‘Schilderen is een fysieke activiteit, waarvan het bewijs net zo goed te vinden is in de rommel, puin en toevallige nevencreaties in het atelier als in de voltooide doeken. Alle handelingen van het schilderen gaan door het lichaam heen. Toch is men zich er bij het zien van deze werken slechts vaag van bewust dat men ze gemaakt heeft, zal Swennen mijmeren, “het is moeilijk te zeggen wie van mij het gedaan heeft”.’
Het boek bevat een tekst van de Britse beeldend kunstenaar en schrijver Tom Mason (EN/FR), die het werk van Walter sinds vijftien jaar actief volgt.
Walter Swennen (° 1946 Brussel) studeerde filosofie, stapte over naar psychologie en doceerde later psychoanalyse. Hij begon aanvankelijk als dichter en happeningkunstenaar voordat hij zich aan het begin van de jaren 1980 op de schilderkunst richtte.