Zingen is Anna’s grote geluk. Zij heeft de stem, het talent en de ambitie, maar een carrière als zangeres is voor een meisje uit haar milieu eind negentiende eeuw ondenkbaar. Met de opkomst van de vrouwenbeweging, het Palingoproer in de Jordaan en de oprichting van het Concertgebouw breekt echter een nieuwe tijd aan. Gesterkt door de eigenzinnigheid en vrijheidszin van schrijvers als Kloos, Verwey, Van Eeden en Van Deyssel, in wier entourage zij terechtkomt, durft Anna haar eigen weg te gaan. Zij oefent in stil verweer haar stem en zet, als onafhankelijke vrouw, haar eerste eigen stappen in de muziek en de liefde. Dan blijkt dat zij buiten de macht van haar familie heeft gerekend…
Arthur Japin, schrijver van romans als Vaslav, Kolja, Mrs. Degas, Een schitterend gebrek en De zwarte met het witte hart, behoort al meer dan vijfentwintig jaar tot de belangrijkste Nederlandstalige auteurs. Zijn werk is wereldwijd vertaald en veelvuldig bekroond. In de Hebban 1000 (‘de duizend mooiste boeken aller tijden’) is Japin met zeven titels de meest genoteerde schrijver.