Het mooie van alweer een kampioenschap van Feyenoord is ook dat het voetbal gemiddeld zo aantrekkelijk was. Aanvallend, strijdlustig, saamhorig, veelzijdig. Ja, opnieuw is de club de beste van Nederland. Slechts zes jaar geleden veroverde Feyenoord met trainer Giovanni van Bronckhorst en aanvoerder Dirk Kuijt het kampioenschap van de eredivisie, om zo een eind te maken aan achttien jaar wachten en smachten. Nu bedraagt de tussenfase slechts zes jaar, net als in de periode tussen 1993 (met Willem van Hanegem) en 1999 (Leo Beenhakker).
In 'Wij gáán winnen...', een zinnetje uit het legendarische lied 'Feyenoord, Feyenoord (Wat gaan we doen vandaag)' van Cock van der Palm, dit seizoen harder meegezongen dan ooit tevoren, beschrijven Bart Vlietstra en Willem Vissers de fascinerende reis naar de landstitel van Feyenoord. Centrale figuur is de in 2021 gekomen, charismatische, tactisch begaafde trainer Arne Slot, die de stemming in de club liet omslaan van cynisme naar euforie. De journalisten beschrijven de opmars onder Slot gedurende twee seizoenen aan de hand van uitgeschreven en aangevulde stukken uit de Volkskrant, plus nieuwe verhalen en getuigenissen van supporters.
Naast Slot is er veel aandacht voor andere opvallende namen als Orkun Kökcü, Santiago Giménez, Mats Wieffer en Lutsharel Geertruida. Ook zijn er verhalen met en over de Feyenoord-iconen Willem van Hanegem, Rinus Israël, Jan Boskamp, Wim Jansen en Cor van der Gijp, van wie de laatste twee overleden.
Giovanni van Bronckhorst tekende voor het voorwoord. Van het duo Vlietstra en Vissers verscheen in 2017 de bestseller 'De eerste van de eeuw.'