Niet alleen in België en Nederland, maar in heel het Westen woedt er een discussie over de vraag of cannabis al dan niet moet worden gelegaliseerd. In deze studie wordt deze vraag niet met “ja” of “nee” beantwoord. Integendeel! Er wordt juist vlijmscherp in aangetoond dat dit de volstrekt verkeerde discussie is. Zij miskent niet alleen de complexiteit van het cannabisvraagstuk, maar wordt bovendien geïnspireerd door een slecht voorbeeld: de regulering van alcohol en tabak.
Het debat moet daarentegen gaan over de ontwikkeling van een beleid waarin de belangen van de volksgezondheid en de rechtshandhaving zeker zo zwaar wegen als de economische belangen van overheden en bedrijven. Dit wil zeggen, een beleid waarin de voorkoming van cannabisgebruik – zeker bij jongeren – vooropstaat, waarin ruimte is voor persoonsgebonden medisch en recreatief gebruik van cannabis door volwassenen en waarin de (grensoverschrijdende) bestrijding van de illegale productie en distributie van cannabis alle aandacht krijgt. Dit opmerkelijke voorstel voor discussie berust onder meer op een grondige analyse van ontwikkelingen waarover in dit verband wel veel wordt gepraat, maar die niet worden onderzocht: de halfslachtige legalisering van cannabis in de Verenigde Staten, de afwijzing van de legalisering ervan in de Europese Unie en de mislukking van het Nederlandse cannabisbeleid.
Hiermee is dit boek van belang voor iedereen die betrokken is bij de ontwikkeling van het drugsbeleid en bij de beheersing van de drugsproblemen. Door de breedvoerige analyses is deze publicatie ook heel geschikt voor het hoger onderwijs op deze terreinen.