De Belgische forensisch arts Philippe Boxho neemt ons mee in zijn dagelijkse praktijk – vol met doden die soms nog niet altijd (helemaal) gestorven zijn, met verdwenen lichamen, en met verbazingwekkende zelfmoorden. De verhalen die hij vertelt, ontleend hij aan de werkelijkheid. Niets is verzonnen, en dat hoeft ook niet, want de werkelijkheid is al erg genoeg. De menselijke fantasie is ongekend, wanneer het gaat om sterven, doden of het laten verdwijnen van een lijk.
Philippe Boxho vertelt in meer dan dertig verhalen over zijn beroep, zijn passie. Hij beschrijft wat er met lichamen gebeurt na de dood, met verhalen over mummies en vliegen. Hij blijft stilstaan bij een man die dacht te sterven door een enkel schot, maar nog leefde na het dertigste. Bij iemand die bij een poging tot ophanging stierf door een schedelfractuur. Bij een moordenaar die nooit alcohol had moeten drinken. En bij een vrouw die na haar dood nog zweette. Na het lezen van dit boek zul je nooit meer op dezelfde manier naar een varken of naar een haardvuur kijken. Boxho nodigt ons uit om te lachen om de dood, voordat de dood naar ons glimlacht.