Het voorliggende boek is het resultaat van een gezamenlijk onderzoeksproject binnen de Vakgroep Publiekrecht van de Vrije Universiteit Brussel dat door ons drieën is opgezet rond de motiveringsplicht van regelgeving. Alexandra Gjurova stelde zich kandidaat voor het bijhorende onderzoeksmandaat en de rest, zo zegt men dan, is geschiedenis.
Het boek vertrekt vanuit het meest uitvoerige overzicht van de grondslagen voor de motiveringsplicht dat in België is verschenen. Vervolgens wordt onderzocht welke rol de motieven spelen in het objectief contentieux van het Grondwettelijk Hof en de Raad van State met het oog op de (grond)wettigheidsbeoordeling van de (geschreven) rechtsregel, wat de opmaat vormt voor een pleidooi om via een betere motivering van regelgeving ook de controle op de normsteller te versterken. Cruciaal daarbij is het voorbeeld van de Europese Unie, waar een motiveringsplicht voor regelgeving ook constitutioneel verankerd is. Op basis van dat voorbeeld lijkt een constitutionele verankering ook naar Belgisch recht een reële beleidsoptie. Het geheel vormt bijgevolg een duidelijk betoog, met een heldere stellingname, onmiskenbaar een echte thesis.